Introductie
Onze schapenfokkerij wordt bedreven op zo’n 10 ha grasland, voornamelijk zandgrond. Behalve aan de dagelijkse verzorging van de dieren wordt veel aandacht geschonken aan de verkoop en export van dieren en sperma. De laatste paar jaren zijn er vanuit ons bedrijf levende dieren of sperma geëxporteerd naar o.a. Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland, Italie, Spanje, Belgie, Finland en naar ons grootste afzetgebied Engeland, Schotland en Wales. Elk bedrijf zal bedrijfseconomisch moeten draaien en daar ook zijn fokkerij op moeten aanpassen. Alleen maar "mooi" is niet genoeg, de schapen zullen ook functioneel en productief moeten zijn. Juist die combinatie van mooi, functioneel en productief maakt de fokkerij ook zo interessant en tevens ook zo gecompliceerd. Neem de negatieve correlatie tussen bespiering en vruchtbaarheid. Een negatieve correlatie geeft aan dat selectie op één van deze kenmerken, bv. de bespiering, ten koste gaat van het andere kenmerk, de vruchtbaarheid. Simpel gezegd, het is niet moeilijk om vruchtbare dieren te fokken, maar als die dieren ook nog een beste bespiering moeten hebben wordt het een heel ander verhaal! Andersom geldt precies hetzelfde.
Doelstellingen
Elk bedrijf zal doelstellingen hebben waar hij met zijn fokkerij naar toe wil, zeg maar een stip aan de horizon.
Voor ons bedrijf geldt dat ook, kort samengevat streven we naar:
1. twee lammeren bij een volwassen ooi die ook gemakkelijk moeten aflammeren.
2. optimale groei tot 40 kg, en ooien die daarna lang doorgroeien en een volwassen gewicht van 75-80 kilo bereiken
3. een beste bespiering, gepaard met véél rasuitstraling.
4. jaarlingen moeten in staat zijn om probleemloos te kunnen lammeren.
Uitgangspunt voor een economisch benadering in de schapenhouderij is het rendement wat je kunt bereiken op de beschikbare hoeveelheid grond. Kort gezegd, een zo hoog mogelijke financiële
opbrengst tegen een zo laag mogelijk kostprijs per hectare. Immers voor elk landbouwbedrijf in Nederland is de beschikbare hoeveelheid grond de beperkende factor. Het product wat voor de
opbrengst moet zorgen is het lam (vlees). Je moet dus voor zorgen zoveel mogelijk lammeren per hectare te produceren, uiteraard tegen een zo laag mogelijke kostprijs.
Om zoveel mogelijk lammeren per hectare te produceren zijn 2 zaken van belang:
1. Hoeveel ooien kan ik per hectare houden
2. hoeveel grootgebrachte lammeren per ooi produceer ik.
Ooien per hectare
In het handboek voeding schapenhouderij, (klik hier voor dit handboek) staat op pagina 1 direct al de formule voor de voederbehoefte voor onderhoud. In het kort komt het er op neer dat het gewicht van de ooien de benodigde hoeveelheid onderhoudsvoer bepaald. Daaruit kun je berekenen dat een 10 kg. hoger gewicht van de ooien leidt tot een afname van ongeveer 2 ooien per hectare. Kortom, gaan je ooien 10 kg. meer wegen dan kun je 2 ooien minder houden per hectare. Dat betekend dat de 10 kg. zwaardere ooien ongeveer 0,25 lam méér moeten grootbrengen om hetzelfde aantal lammeren per hectare te produceren! Er zijn meer factoren die het rendement bepalen. Wilt u een vergelijkingen maken download dan dit bestand voor de berekening en daarbij deze uitleg.
Groei van de lammeren
Ieder bedrijf heeft zijn eigen omstandigheden die de groei beïnvloeden, denk aan de grondslag (zand of klei) de mate van bijvoederen, de totale bezetting etc,etc. Omdat het gewicht van de
volwassen ooien bepalend is voor de productiecapaciteit (zie hierboven) moet de uitgangsgedachte altijd moeten zijn:
"Welke groei van mijn eigen lammeren leidt tot het optimale gewicht van mijn eigen volwassen ooien."
Op het ene bedrijf zal een 135 dagen gewicht van gemiddeld 35 kg. leiden tot een volwassen gewicht van 75 kg. terwijl op een ander bedrijf het 135 dagen gewicht 40 kg moet zijn voor hetzelfde eindresultaat op volwassen leeftijd
Ooilammeren dekken
Om economisch schapen te houden moet je de ooilammeren dekken. Wij dekken in principe al onze ooilammeren die in oktober een bepaald gewicht hebben. Dit doen we om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de nakomelingen van een bepaalde ram wat betreft productie eigenschappen en aflam gemak
Om dezelfde reden gebruiken wij veel eigen gefokte rammen, of grijpen terug op rammen die afkomstig zijn uit ouder(s) die van ons bedrijf afkomstig zijn. We weten dan in ieder geval hoe de moeders van deze rammen aflammeren, zodat we later niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Af en toe halen we wat “vers” bloed om bepaalde aspecten te corrigeren. Dit betrof in het verleden meestal Verberne of v/d Ark bloed, nu is dat bloed van diverse bedrijven met dezelfde visie.
Fokkerij is een zaak van de lange adem
Wij doen niet aan het fokken op korte termijn, modetrends zijn uit den boze als je een fokkerij met visie wilt bedrijven. Je moet voor jezelf een doelstelling formuleren waar je in de fokkerij over 5 jaar wilt zijn. Vanuit onze doelstelling fok je vanzelf een schaap waar een bepaald type en hoogtemaat bij hoort. (in ons geval 69-73 cm en 95-105 kg. bij rammen en 64-69 cm en 75-80 kg. bij de volwassen ooien) Wij streven niet naar nog groter. Inhoud, ribwelving, ribdiepte, borstomvang, breedte in de bovenbouw en lengte vinden wij véél belangrijker dan alleen de hoogtemaat. Bij de Texelaarfokkerij anno 2015, heeft men ten opzichte van 10 jaar geleden gewonnen aan gewicht functionaliteit en hoogte (voornamelijk beenlengte), maar verloren op achterhandbespiering, koppen, type en breedte in voor- en middenhand. Juist op de eigenschappen die de Texelaar maken tot het beste vleesras ter wereld is verloren. Dat is toch een zorgelijke ontwikkeling. Onderzoek naar rasgebonden eigenschappen als voederconversie (hoeveel voer is nodig voor onderhoud en groei), Volwassen gewicht van de ooien in relatie met de lamproductie, het aanhoudingspercentage en slachtkwaliteit van de vleeslammeren zal absoluut nodig zijn om economisch belangrijke aspecten in beeld te krijgen om een eerlijk vergelijk te kunnen maken tussen de rassen onderling, maar ook voor de toekomst van ons eigen ras.